De meeste baby’s hebben behoefte aan een vaste structuur om overprikkeling te voorkomen. Dit betekent een steeds wederkerend patroon van slapen, eten, knuffelen en spelen. Het is belangrijk dat deze structuur is afgestemd op je baby. Dit wil niet zeggen dat je baby op vaste tijden moet eten en slapen, maar dat je vooral goed moet kijken en luisteren naar je baby. Wat geeft je baby aan? Welke behoefte heeft hij?
‘Ik ben moeder van een dochtertje van 7 weken, Ona. Overdag is ze veel wakker en slaapt ze bijna niet. Haar oogjes volgen alles om haar heen. Soms lijkt het alsof ze wil slapen, maar ze blijft wakker en ligt wat te zeuren in haar box. Gelukkig slaapt ze ’s nachts goed, minstens 8 uur aan één stuk. Zalig! Ik heb geprobeerd haar in haar bedje te leggen als ze begint te zeuren, maar dan blijft ze huilen en neem ik haar terug op om haar in slaap te wiegen. Ik ging eens luisteren bij Gerda’.
Prikkelreductie… Hoe? Waarop letten?
Probeer zoveel mogelijk prikkels te vermijden. Draai bijvoorbeeld de mobiel die boven je baby hangt weg. Rust is in de eerste maanden heel belangrijk voor de groei en ontwikkeling. Sommige baby’s ervaren weinig last van prikkels, maar de meeste hebben behoefte aan rust en reageren onrustig op te veel prikkels. Het is heel belangrijk dat je baby de prikkels die hij tijdens het wakker zijn opdoet kan verwerken tijdens rustmomenten.
Zorg voor zoveel mogelijk voorspelbaarheid. Herhaling van handelingen is hierbij belangrijk, omdat voorspelbaarheid herkenning geeft. Leg je baby liefst te slapen in zijn bedje en niet in de speelbox. De box is om te spelen en niet om te slapen.
Kijk en luister goed naar de signalen van je baby. Je baby communiceert met zijn lichaamstaal en huilen om zijn behoeften duidelijk te maken.
Hier volgen een aantal voorbeelden:
- Vanaf het moment dat je baby je niet meer aankijkt en zich wegdraait, wil hij aangeven dat hij wil rusten.
- Smakken en sabbelen op de handjes betekent meestal dat het tijd is voor voeding. Je zult de ‘Neh’ klank horen.
- Leg je baby wakker in zijn bedje zodat hij zelf in slaap kan vallen. Op die manier kan je baby zelf aan zijn slaapbehoefte voldoen. Probeer hem zo min mogelijk in je armen in slaap te laten vallen. Als je merkt dat je baby moe wordt, leg hem dan in zijn bedje en niet in de box, omdat hij daar niet tot rust kan komen door de afleiding.
- Als je de vermoeidheidssignalen niet goed opmerkt, kan je baby over zijn vermoeidheidsgrens gaan en opnieuw alert worden. Dit houdt hij niet lang vol en hij zal door oververmoeidheid moeilijk in slaap vallen. Als hij uiteindelijk in slaap valt, is dit meestal van korte duur en wordt hij snel weer lastig. Een goed uitgeruste baby slaapt beter dan een vermoeide baby. Als je vermoeidheidssignalen bij je baby opmerkt, ga hier dan direct op in en probeer het slapengaan niet te rekken. Leg je baby vanaf de eerste vermoeidheidssignalen wakker in zijn bedje. Het is niet erg als je baby nog even jengelt om in slaap te vallen.
‘Als ik er nu op terugkijk, besef ik dat mijn baby behoefte had aan voorspelbaarheid en prikkelreductie’.